Terug naar Berichten

De commentatoren op Sprade TV

Vrienden achter de Sprade TV Microfoon

Een maandagavond in juli. Buiten klimt het kwik in de thermometer richting vijfentwintig graden en Tilburg zucht onder de koperen ploert. Het ijshockeyseizoen 2018-2019 behoort inmiddels drie maanden tot het verleden. In een zinderende finalereeks bleek EV Landshut te sterk voor Tilburg Trappers. Met een 2-4 zege in het allesbeslissende vijfde duel kwam de Oberligatitel na drie seizoenen weer in Duitse handen.

Voor Jaap Steenkamer en Roel Versteegen (foto) vormde de finale tegen Landshut het sluitstuk van hun tweede jaar als commentatoren bij de thuisduels van Tilburg Trappers op het betaalde Duitse internetplatform Sprade TV. Op een steenworp afstand van het IJssportcentrum kijken de vrienden terug op hun escapades achter de microfoon.

Hoe zien jullie maanden eruit buiten het ijshockeyseizoen?

Roel Versteegen: ‘Deze staan in het teken van rustig aan doen. Lekker met mijn vriendin erop uit trekken. Deze keer was het Zweden. Een prachtig land. Echt genieten.’
Jaap Steenkamer: ‘Ik ben opgegroeid met het water en zeilen. Wanneer ik niet aan het werk ben als docent Engels op het ROC ben ik in de weer met mijn bootje. In het onderhoud ervan gaat nogal wat tijd zitten.’

Wat hadden jullie met ijshockey voordat jullie aan dit avontuur begonnen?

Versteegen: ‘Sinds een jaar of tien ben ik besmet met het ijshockeyvirus. Op YouTube zag ik een filmpje van een wedstrijd van de Philadelphia Flyers. Direct werd ik gegrepen door de snelheid en de actie. Die heeft me sindsdien niet meer losgelaten.’
Steenkamer: ‘Tussen ons heerst op dat gebied een gezonde, maar stevige rivaliteit want ik ben fan van Boston. Mijn voorliefde voor de Bruins ontstond toen een Amerikaanse collega van mijn moeder bij ons bleef overnachten. Als blijk van waardering gaf ze een shirt cadeau. Vanaf dat moment ben ik ze gaan volgen. Ik hou van hun no-nonsense stijl. Die aanpak herken ik zeker ook bij de Trappers.’

Hoe zijn jullie in contact gekomen met Tilburg Trappers/Sprade TV?

Steenkamer: ‘Min of meer per toeval eigenlijk. Ik ben al jaren fan totdat er een oproep op de Trappers website verscheen waarin men mensen zocht voor de Sprade-uitzendingen. De Engelse taal moest je goed onder de knie hebben en daarnaast van de hoed en de rand weten voor wat betreft ijshockey. Dat was precies in mijn straatje.’
Versteegen: ‘Voor mij geldt eigenlijk hetzelfde. Jaap deed het commentaar samen met Karlee Cooper, de verloofde van Parker Bowles. Toen zij zich ging toeleggen op de flash-interviews tijdens de dweilpauzes vroeg Jaap of ik op vrijdagavond of zondagmiddag aan de slag wilde gaan.’
Steenkamer: ‘Na mijn eerste keer vroeg ik aan Ruud van Baast om de uitzending te evalueren, maar dat was niet nodig. Gewoon doorgaan op de manier waarop we bezig waren, was zijn devies. Ja, en de rest is history.’

Zijn er regels waar jullie je aan moeten houden vanuit Trappers of Sprade?

Versteegen: ‘Het is niet een regel die we vanuit een van beide partijen opgelegd gekregen hebben, maar ik probeer zo onpartijdig mogelijk verslag te geven. Al bestaat volledige objectiviteit niet in mijn ogen. In mijn teksten hoor je het misschien niet dat ik een voorkeur voor Trappers heb, maar aan de intonatie zonder enige twijfel wel.’
Steenkamer: ‘Ik probeer vooral zo consequent mogelijk te zijn in mijn berichtgeving. Dus als een Tilburgse overtreding in mijn ogen geen straf is, zeg ik dat. Maar hetzelfde geldt voor een penalty van de tegenstander. Het heeft ook geen zin om het anders te doen. De beelden die de mensen thuis te zien krijgen, liegen tenslotte niet.’

Hoe bereiden jullie jezelf voor op een wedstrijd?

Steenkamer: ‘Ik probeer er meestal een uur van tevoren te zijn. Dan kijk ik vanaf de eerste rij in vak F naar de warming-up van de tegenstander en repeteer ik hardop een aantal keer de namen van de spelers. Het is zogenaamd een Duitse competitie maar er spelen ook legio Russen, Tsjechen, Slowaken, Zweden en Finnen mee. Die namen moet je echt wel een keer of wat oefenen zodat ze er fatsoenlijk uitkomen tijdens de uitzending.’
Versteegen: ‘Eigenlijk amper. Het kost me hooguit een half uur. In de week voorafgaand aan de wedstrijd snuffel ik op de website van de bezoekende club om te zien of er nog leuke wetenswaardige informatie te vinden is. Verder check ik op de Oberliga site de statistieken van de tegenstander en tenslotte kijk ik voor aanvang van de ontmoeting nog naar het interview dat mijn i13-collega met een speler van de tegenpartij heeft gemaakt in de hoop dat hier een spraakmakende quote voorbijkomt die ik kan gebruiken.’
Steenkamer: ‘Verder heb ik een zelf ontwikkeld excelsheet waarbij ik de forwards een witte kleur gegeven heb, verdedigers zijn grijs en de goalies hebben een zwart-wit rugnummer. Tijdens de wedstrijd zie ik dus in een oogopslag deze jongen is een aanvaller en die jongen een defense. We krijgen van de official scorer ook wel het wedstrijdsheet, maar dat is zo’n klein lettertype dat ik de namen van de spelers amper kan lezen. Toch ben ik de vrijwilligers hier elke keer zeer erkentelijk voor omdat ik zo precies kan zien wie er bij de tegenstander op het ijs staan.’

Wat is het leukste aan de baan als ijshockeycommentator?

Versteegen: ‘Overal bij mogen zijn. Ik ben ter plekke en zit er dus bovenop. En dan heb ik ook nog eens ‘the best seat in the house’.’
Steenkamer:
‘Hetgeen Roel al gezegd heeft en dat te mogen verslaan met één van mijn beste vrienden. Verder het delen van de momenten waarop je overdonderd wordt met de kijkers.’

Wat is het minst leuke aan verslaggever zijn bij de duels van Tilburg Trappers?

Steenkamer: ‘Ik heb er een hekel aan wanneer er een vervelende sfeer ontstaat tussen het Trappers publiek en de fans van de tegenstander. Ik heb helemaal niets met die confrontatie zoeken, die onderlinge spanning. We proberen het ook bewust buiten beeld te houden. Veel liever zie ik dan de supporters van Blue Devils Weiden. Twee jaar geleden gingen zij in de eerste ronde van de play-offs volstrekt kansloos met 5-2, maar na hun doelpunten vierden ze feest alsof ze gewonnen hadden.’
Versteegen: ‘Een duel met weinig inspirerende momenten die zich zestig minuten voort sleept omdat beide ploegen elkaar geen centimeter ijs gunnen. Dan moet je het leuke commentaar uit je tenen halen om het toch nog interessant voor de kijker te maken.’

Hoe omschrijf je jouw stijl van verslaggeven?

Steenkamer: ‘Pfoeh, daar heb ik nooit zo over nagedacht. Ik ben de zogenaamde play-by-play commentator. Dat betekent dat ik me grotendeels beperk tot de gebeurtenissen op het ijs. Slechts zelden dis ik een anekdote op.’
Versteegen:
‘Jaap is tachtig procent van de tijd aan het woord. Mijn rol is meer die van aangever. Je moet alle mooie feiten en verhalen kennen, maar tegelijkertijd moet je ze op zak houden als er geen aanleiding is ze te vertellen. Anders komt het er zo geforceerd uit. Toch probeer ik door mijn ijshockeykennis, woordgebruik en humor een positieve enthousiaste draai aan de wedstrijd mee te geven.’

Wat is je grootste blunder tijdens een live-uitzending?

Versteegen: ‘Een grote fout heb ik niet gemaakt. Natuurlijk spreek ik wel eens over Mitch Bruijsten terwijl het zijn broer Kevin is die de puck heeft. Maar ja, ze spelen in een lijn en hebben ook nog eens dezelfde achternaam. Dat moest een keer misgaan.’
Steenkamer: ‘Haha…dat is alweer een hele tijd terug. Tilburg speelde tegen Halle. Ik deed het commentaar nog met Karlee. Het was een duel waarin niet veel werd gescoord. De Bulls zette Trappers behoorlijk onder druk. Ik riep toen ‘they’re going all in on the foreplay’ in plaats van ‘Halle’s investing a lot on the forecheck’. Vanuit mijn ooghoek zag ik de reactie van Karlee, die me met grote ogen aankeek zo van wat zeg je nou?’

Wat is het hoogtepunt als commentator?

Versteegen: ‘Dat zijn toch de duels waarin de onderlinge krachtsverschillen nihil zijn. Waar er op het scherpst van de snede wordt gestreden. Zo vond ik de finaleserie tegen Deggendorf echt geweldig.’
Steenkamer: ‘De halve finale tegen Hannover Scorpions vorig jaar. Die serie had alles. Grote rivaliteit, twee fantastische goalies met Ian Meierdres en Bjorn Linda, spelers die bij elkaar het bloed onder de nagels vandaan haalden, vijf onwijs spannende wedstrijden. En dan die ontlading in Tilburg na game 5….Als ik eraan terugdenk, krijg ik weer kippenvel.’

Wie is de beste (ijshockey)commentator?

Steenkamer: ‘Roel en ik luisteren graag naar het duo Mike ‘Doc’ Emrick en Ed Olczyck. Helaas deden ze niet samen de Stanley Cup finale tussen St. Louis Blues en Boston Bruins, maar ik heb tot diep in nacht zitten kijken. Ondanks dat mijn Engels heel scherp is, hoorde tijdens die wedstrijden toch nog zaken die ik nog niet eerder gehoord had.’
Versteegen: ‘Wie de beste is, mag iedereen voor zichzelf bepalen. Sprade ziet ons wel als het voorbeeld. Dat klinkt wellicht arrogant, maar er is geen enkele andere ploeg in de Oberliga die het spel zo professioneel in beeld brengt als Trappers. En dan bedoel ik niet alleen Jaap en ik, maar het complete team waarmee we de uitzendingen maken. Van de regisseur, de geluidsman, de cameramensen en de mensen achter de schermen. Dat is echt een fantastische ploeg!’