24 vragen aan… Floris van Elten
24 vragen aan… Floris van Elten
Een slepende liesblessure achtervolgde Floris van Elten praktisch de hele ijshockeyjaargang 2019-2020. Hij liep de kwetsuur eind augustus op in het oefenduel tegen Iserlohn Roosters tijdens de tweede editie van de Thialf Icehockey Cup. Liefst 17 wedstrijden zagen de Trappers fans hem niet op het bevroren water. Hoogste tijd om de jonge defenseman beter te leren kennen aan de hand van 24 vragen.
Hoe gaat het met je?
‘Naar omstandigheden goed. Ik ben gezond en wil dat ook graag zo houden. Buiten mijn 3 werkavonden als sushibezorger blijf ik vooral binnen. Gelukkig is binnen mijn familie en directe omgeving ook iedereen nog gezond.’
Hoe groot was de teleurstelling dat play-offs gecancelled werden?
‘Zowel persoonlijk als voor het team was het een bittere pil. Natuurlijk is het overmacht en staat een ieders gezondheid voorop. Maar het hele seizoen werk je toe naar de play-offs. Voor mij voelt het dan ook als een verloren seizoen. Zeker omdat ik me sinds de U20-WK in Korea, eind januari, eindelijk weer fit voelde.’
Hoe is het nu met de liesblessure die je eigenlijk het hele seizoen parten heeft gespeeld?
‘Dat gaat de goede kant op. Sinds 2-3 jaar ondervind ik hinder van mijn lies. Het herstel vergde veel tijd. In nauw overleg met onze fysio Ward van den Bulck heb ik een schema met oefeningen opgesteld om die zwakke plek sterker te maken en zo fit aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen te kunnen beginnen.’
Hoe zien jouw dagen eruit nu er niet geijshockeyd wordt?
‘Chillen, trainen met Danny Stempher, werken en studeren. Over 3 weken heb ik nog een aantal toetsen voor school. Hopelijk rond ik deze goed af en dan kan ik na de zomer beginnen met de opleiding Entrepeneurship and Business Innovation aan de universiteit in Tilburg. Zou echt leuk zijn want Tijn Jacobs heeft zich ook voor deze studierichting ingeschreven.’
Waarom ben je ooit met ijshockey begonnen?
‘Dat is op zich wel een grappig verhaal. Toen ik 3 maanden oud was, verhuisden we vanwege het werk van mijn vader naar Singapore. Zes jaar later kwamen we terug, maar had ik nog nooit ijs gezien. Op de markt in Eindhoven lag destijds met kerst een ijsbaan die gerund werd door mensen van Kemphanen. In de kerstvakantie stond ik elke dag op het ijs. Dat viel blijkbaar op want mijn vader werd aangesproken of ik geen interesse had om aan te sluiten bij de ijshockeyklas van Kemphanen. En de rest is geschiedenis.’
Wie heeft de meeste invloed gehad op je carrière?
‘Om te kunnen ijshockeyen ben ik mijn ouders veel dank verschuldigd. Ze hebben alles betaald en volgden me bij elke wedstrijd of toernooi. Speltechnisch heb ik enorm veel opgestoken van Bo, Josh en Leo van den Thillart. Hij was vier jaar lang mijn trainer in Den Bosch. In mijn ogen kun je als jonge verdediger geen betere leermeester dan hem wensen.’
Wat is er leuk aan verdedigen?
‘Het is een cliché, maar je wint en verlies met z’n allen. Als verdediger bezet je een sleutelpositie in het team. Omdat je vlak voor je goalie speelt, kan een foutje zomaar een tegendoelpunt betekenen. Aan de andere kan een strakke eerste pass de basis zijn voor een snelle breakout. Praktisch elke aanval begint in het verdedigingsvak. Dat maakt verdedigen voor mij zo aantrekkelijk.’
Waarom speel je met rugnummer 21?
‘Omdat 21 het omgekeerde van 12 is. Met dat nummer speelde ik sinds mijn negende. Bij mijn entree in het eerste had ik dat nummer ook, maar toen kwam Kevin (Bruijsten). Hij kon kiezen uit een aantal rugnummers en koos voor 12. Toen besloot ik voor 21 te gaan, mede ook omdat mijn verjaardag 21 mei is.’
Wat is je minst favoriete uitwedstrijd in de Oberliga?
‘Ik heb er twee, Rostock Piranhas en Hannover Scorpions. De eerste omdat het een lange zit in de bus is. Toen ik bij het eerste kwam, heb ik echt moeten wennen aan het lange reizen. In het begin keek ik om de tien minuten op mijn telefoon of we al op de plek van bestemming waren. Inmiddels heb ik mezelf erop ingesteld. Met wat slapen en serietje kijken, dood ik de tijd in de bus. Scorpions is echt een vervelende uitbeurt. De faciliteiten op de ijsbaan zijn dramatisch. Zo moet je tussen het publiek door naar de kleedkamer en op het ijs zijn de lijnen echt amper te zien.’
Bijnaam in de kleedkamer en hoe ben hieraan gekomen?
‘Mijn bijnaam is Farley. Vernoemd naar de Amerikaanse acteur en komiek, Chris Farley. Omdat Brock (Montgomery) moeite had met de uitspraak van mijn voornaam is hij daarmee begonnen. Na een tijdje nam Bo het over en nu noemt iedereen in de kleedkamer me zo.’
Veel spelers zijn bijgelovig. Hoe zit dit bij jou?
‘Ik heb dat ook. Zo trek ik eerst alles links aan en daarna pas rechts. Ook verander ik tijdens het seizoen regelmatig de kleur van mijn sticktape. Speel ik met wit en loopt dat niet lekker dan wissel ik naar zwart. En omgekeerd. Veel mensen zullen zeggen dat het allemaal niets uitmaakt, maar ik heb het gevoel dat het wel degelijk een verschil maakt.’
Welke hobby’s heb je naast het ijshockey?
‘Niks bijzonders. Netflixen en na het seizoen de tijd inhalen met vrienden die ik van augustus tot en met april maar zelden zie vanwege het ijshockey.’
Wat is je favoriete junkfood?
‘Ik ben niet zo van de frikadellen of kroketten. Als ik eten bestel, is dat eigenlijk altijd sushi of een poke bowl.’
Met welk beroemd persoon zou je een dag willen ruilen?
‘Met Tom Ackerley. Maar enkel en alleen omdat hij de man van actrice Margot Robbie is.’
Hoe belangrijk is Social Media voor jou?
‘Met accounts op WhatsApp, Facebook, Instagram en Snapchat zou ik liegen wanneer ik zeg dat het onbelangrijk voor me is. Toch ben ik vooral een volger. Zelf iets posten doe ik hoogstzelden.’
Met wie heb je het laatst contact gehad via Whatsapp?
‘Met Danny Stempher. Hij woont vlakbij en tijdens de offseason sporten we samen. Ik had nog wat gewichten liggen. Gezamenlijk hebben we een squat rack en een bankje gekocht. Omdat ik de meeste ruimte heb, hebben we die spullen bij mij neergezet. Op de app vroeg ik hem hoe laat hij verwacht hier te zien.’
Van wie had je vroeger een poster op je kamer hangen?
‘Van Alex Ovechkin. Als Washington Capitals fan kreeg ik hem mee bij RONO Sport, de schaatsspecialist van Eindhoven. Hij hangt nog steeds aan de deur van mijn slaapkamer.’
Waar geef je te veel geld aan uit?
‘Merkkleding, vooral van Stone Island.’
Wat is het laatste boek dat je las?
‘Pfoeh…Ik ben geen boekenlezer. Ik lees omdat het voor school moet. Mijn laatste boek is ‘der Vorleser’ van de Duitse schrijver Bernhard Schlink.’
Waar zou je vrijwilligerswerk voor willen verrichten?
‘Hoewel ik geen enkele ervaring noch opleiding in de zorg heb, zou ik daar in deze hectische tijd wel mijn steentje willen bijdragen. Op anders zou ik mezelf willen inzetten voor de vereniging van Nederlandse voedselbanken.’
Wat is de belangrijkste les die je van jouw ouders hebt geleerd?
‘Dat is een lastige vraag. Ik heb heel veel van ze geleerd. Het belang om geduld te hebben en niet overal meteen op te reageren kreeg ik van mijn vader mee. Mijn moeder leerde me om te plannen en niet alles tot het laatste moment uit te stellen. Al blijft dat laatste nog altijd een aandachtspunt voor me.’
Waar ben je het meest trots op?
‘Ondanks dat mijn bijdrage misschien gering was, ben ik sportief gezien het meest fier op mijn behaalde Oberliga kampioenschap. Verder ben ik trots op het feit dat ik spelen in het eerste van Tilburg Trappers heb kunnen combineren met het afronden van mijn VWO. Het was niet altijd even gemakkelijk want in het vijfde jaar ben ik blijven zitten, maar uiteindelijk heb ik het papiertje wel in mijn zak.’
Wie is de volgende speler, coach of begeleider die we volgende week 24 vragen moeten voorleggen?
‘Tijn Jacobs.’
Welke vraag wil je stellen aan de volgende speler, coach of begeleider die we volgende week 24 vragen gaan voorleggen?
‘Wat tot nu toe zijn (sportieve) hoogtepunt is geweest?’