24 vragen aan… Raymond van der Schuit
24 vragen aan…Raymond van der Schuit
Twee jaar geleden was er al een kortstondige flirt met Trappers, maar koos Raymond van der Schuit voor een langer verblijf in Den Haag. Toen Tilburg in januari ‘opnieuw belangstelling toonde, was de keuze voor de drievoudig Oberliga Meister snel gemaakt. Hoogste tijd voor een nadere kennismaking met de 25-jarige Rotterdammer.
Hoe gaat het met je in deze bizarre tijd?
‘Het gaat wel goed met me. Natuurlijk was het even slikken toen het seizoen plotsklaps ten einde kwam. Zeker zo vlak voor de leukste periode van het jaar, maar om me heen is iedereen gezond. Dat is het allerbelangrijkst.’
Hoe zien jouw dagen eruit nu er niet geijshockeyd wordt?
‘Vanwege het vroegtijdige einde van het ijshockeyseizoen had ik ineens veel tijd over om mijn derde jaar commerciële economie en sportmarketing management goed af te ronden. Daarnaast heb ik met een neef van me een webshop in tuinartikelen (loungesets, pergola’s, schaduwdoeken, zwembadjes) opgezet. Verder verzorg ik de marketing van Reinland BV, een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf, glazenwasserij, groothandel leverancier en onderhoudsbedrijf in Den Haag.’
Waarom ben je ooit met ijshockey begonnen?
‘De vader van mijn oom, Jan-Jaap Natte, maakte mijn broer Maurice en mij enthousiast voor het spelletje. Met het verdwijnen van de Weena hal verdween echter ook de mogelijkheid voor Rotterdamse jongeren om te gaan ijshockeyen. Dus begon ik op de oude ijsbaan in Dordrecht bij Lions. Toen ik zeven, acht jaar oud was, verkaste ik naar Den Haag. Daar heb ik gespeeld tot mijn veertiende waarna ik de overstap maakte naar het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) in Eindhoven. Het eerste jaar zat ik in een gastgezin bij de ouders van Koen Bakker maar daarna ging ik op mezelf wonen.’
Wie heeft de meeste invloed op jouw carrière gehad?
‘Het klinkt als een cliché, maar dat zijn mijn ouders. Zij hebben me de mogelijkheid geboden überhaupt te kunnen ijshockeyen. Ze hebben me overal in gesteund en altijd overal heen gebracht. In de ontwikkeling van mij als speler verdienen Bo (Subr) en Paul (Vincent) veel credits. Verder heb ik bij het Nederlands team veel opgestoken van Doug Mason. Zijn kijk op het spelletje en zijn overtuigingskracht onderscheiden hem van alle andere trainers die ik heb gehad. Ook al weet je dat je een blauw shirt draagt, dan nog kan hij je doen geloven dat je shirt grijs van kleur is.’
Hoe kijk je terug op je eerste maanden in Tilburg?
‘Met veel voldoening. Van BeNe League naar top Oberliga was echt wel even wennen. Je merkt aan alles dat het een niveau hoger is. Na een korte periode van aanpassen merkte ik dat het steeds beter ging. Ik had enorm veel zin in de play-offs. Daar wilde ik nog meer van mezelf laten zien.’
Wat is belangrijkste verschil tussen spelen voor Tilburg in Oberliga en Nijmegen in de BeNe league?
‘In de eredivisie heb je ook wedstrijden op hoog niveau, maar in de Oberliga moet je week in, week uit aan de bak. In mijn vijfde wedstrijd speelden we uit in Halle. Die stonden toen zesde, geloof ik. Maar ze boden ons uitstekend partij en pas in de laatste paar minuten pakten we de overwinning. Dergelijke duels heb je in Nederland te weinig.’
Je maakte je eerste doelpunt voor Trappers in Krefeld op 26 januari 2020. Dat was je tweede duel voor Tilburg. Het betekende de 1-4. Herinner je die goal nog goed?
‘Ja, die kan ik me nog wel voor de geest halen. Maar dat geldt voor alle doelpunten in Tilburgse dienst. Misschien komt dat omdat het er pas 6 zijn geweest. Hahaha…’
Hoe lang doe je met een paar schaatsen?
‘Normaal gesproken een seizoen. Dit jaar moest ik echter vlak voor de play-offs overstappen naar een nieuw paar. Twee schroefjes aan de voorkant waren eruit en naar het schijnt was de schade niet zo eenvoudig te repareren.’
Waarom speel je met rugnummer 23?
‘Ik heb altijd met 13 gespeeld, net zoals mijn oom, Jan-Jaap Natte (oud-speler van Tilburg Trappers, maar vooral bekend als right winger van HYS The Hague). Hier speelt Jordy Verkiel al een aantal jaar met dat nummer. Eigenlijk wilde ik 55 omdat dat het geboortejaar van mijn moeder is. In Amerika speelde ik ook met dat nummer. Helaas was het nu niet voorradig. Vanwege het feit dat ik bij Oranje met 10 in actie kom en mijn eigenlijke nummer dus 13 is, koos ik in januari voor 23. Maar komend seizoen switch ik naar 55.’
Bijnaam in de kleedkamer en wie heeft hem bedacht?
‘Heb ik in Tilburg niet. Hier is het gewoon ‘Ray’ of ‘Raymond’. In Den Haag noemde Jurryt Smid me ‘Pablito’ omdat hij vond dat ik op een Mexicaan lijk als ik mijn snorretje laat staan.’
Hoeveel tattoos heb je?
‘Nu nog geen. Ik sluit echter niet uit dat ik er in de toekomst een of meerdere laat zetten. Maar dan moet het wel een diepere betekenis of iets met mijn levensverhaal te maken hebben.’
Wat is je favoriete eten?
‘Ik ben een gemakkelijke eter. Nu zit ik bijvoorbeeld aan iets Surinaams, maar een Hollands prakkie van mijn moeder vind ik ook heerlijk.’
Hoe belangrijk is social media voor jou?
‘Je ontkomt niet meer aan WhatsApp, Facebook, Instagram en Snapchat. Ook ik heb accounts, maar ik loop zeker niet te koop met alles wat ik doe of meemaak. Bepaalde zaken zijn privé.’
Wat is de mooiste plek die je ooit hebt bezocht?
‘Cyprus.’
Wat doe je het liefst in het weekend wanneer je niet hoeft te spelen?
‘Van augustus tot april staat eigenlijk alles in het teken van het ijshockey. De momenten die ik vrij ben zijn op de vingers van één hand te tellen. Op die momenten probeer ik tijd in te halen met familie, vrienden en mijn vriendin.’
Wie is jouw favoriete sportatleet buiten het ijshockey?
‘Op dit moment Max Verstappen.’
Van wie had je vroeger een poster boven je bed hangen?
‘Ik had veel posters op mijn kamer hangen. Ze kwamen, maar gingen vaak net zo snel weer. Sowieso hebben Pavel Datsyuk, Jaromir Jagr, Wayne Gretzky en Peter Forsberg een tijd lang aan mijn muur gehangen.’
Wat is de belangrijkste les die je van jouw ouders hebt geleerd?
‘Dat je nooit moet opgeven. Altijd in jezelf moet blijven geloven want uiteindelijk begint alles bij jezelf.’
Met wie zou je wel 24 uur willen doorbrengen?
‘Pfoeh…dat zijn goede vragen die je stelt. Er zijn veel inspirerende mensen. Tot die groep behoren zeker Tony Robbins en Pieter Zwart. De eerste is een Amerikaanse coach, spreker en schrijver die werkt op basis van de NLP-methodiek. Het is een verzameling technieken en methoden om een beter, makkelijker en meer effectief leven te leiden. Pieter Zwart brak in 2000 zijn studie af. Met twee vrienden begon hij op een zolderkamertje Coolblue. Inmiddels is dat uitgegroeid tot een miljardenbedrijf dat bekend staat vanwege zijn klantgerichtheid, vriendelijk en flexibel zijn. Het lijkt me reuze interessant met één van hen te spreken.’
Wat is de laatste serie die je op Netflix hebt gezien?
‘Ik ben nu bezig met ‘Queen of the South’ op Netflix. Heb het vierde seizoen nog voor de boeg.’
Wat kan jou kwaad maken?
‘Ik kan best wel kwaad worden, maar leg het ook weer snel naast me neer. Ik hou niet van oneerlijke, achterbakse mensen en in het verkeer kan ik me storen aan mensen die onnodig links rijden en dan ook nog eens het gaspedaal niet weten te vinden.’
In de vorige editie van de 24 vragen aan…was Ruud Leeuwesteijn aan de beurt. Hij was benieuwd waar je zo goed hebt leren poolen?
‘Ja, dat poolen was niet van het hoogste niveau, haha. Maar het was wel onwijs gezellig en daar ging het om.’
Wie is de volgende speler, coach of begeleider die we volgende week 24 vragen moeten voorleggen?
‘Ik ben wel nieuwsgierig naar de antwoorden van Bartek (Bison).’
Welke vraag moeten we Bartek stellen?
‘Wat was zijn leukste moment van afgelopen seizoen?’