Terug naar Berichten

24 vragen aan… Ryan Collier

24 vragen aan… Ryan Collier

Ryan Collier speelde 204 duels zonder maar één minuut te missen. Totdat the Iron Man op 2 november voor de uitbeurt in Duisburg moest passen. Een steunpilaar in de Tilburgse defensie. Sober, vrijwel foutloos, zeer secuur en ook aanvallend levert hij zijn bijdrage. Hoogste tijd om de stille kracht eens beter te leren kennen.

Waarom ben je ooit met ijshockey begonnen?

‘Beetje moeilijk om te zeggen want het is al zo lang geleden. Ik stond voor het eerst op het ijs toen ik twee jaar oud was. In clubverband begon ik met 4 jaar. Waar vriendjes kozen voor voetbal vond ik ijshockey direct een top sport.’

Wie heeft de meeste invloed gehad op jouw carrière?

‘In eerste aanleg mijn vader, Geoff Collier. Hij heeft vier seizoenen NCAA college voor Notre Dame University en daarna twee jaar pro league gespeeld. Vervolgens is hij naar Nederland gekomen en heeft hij de kleuren van Den Bosch en Amsterdam verdedigd. Als jongen geboren in Nederland is ijshockey niet de eerste sport waar je aan denkt. De kans dat je die uitrusting ooit aandoet als je geen vader hebt die ijshockey gespeeld heeft, is uiterst klein. Maar ook de invloed van mijn moeder is groot geweest. Zij heeft zeker de uren gemaakt om mij naar de trainingen en wedstrijden te brengen.’

Wat is er leuk aan verdedigen?

‘Ik vind het net zo belangrijk als aanvallen. Ik neem verdedigen dan ook serieuzer dan aanvallen. Dat laat ik graag aan onze forwards over. Al blijft het wel leuk af en toe mee naar voren te gaan. Het gevoel van een goal tegen krijgen, vind ik zwaar kut. Doelpunten voorkomen, is helaas iets wat mensen minder zien. Zij beschouwen het toch als standaard werk, terwijl spelers die al wat langer actief zijn er absoluut de meerwaarde van inzien. Als defenseman speel je vaak voor je keeper, je blockt schoten, maakt een goeie eerste pass zodat we het aanvalsvak in kunnen gaan voor een goede breakout. Dat zijn kleine dingetjes waar ik, en met mij andere verdedigers ook, echt van kunnen genieten.

Naast wie zit je in de kleedkamer?

‘Danny Stempher rechts en Kilian van Gorp links. Dat is al vier seizoenen zo en gaat nog altijd goed.’

Waarom speel je met rugnummer 4?

‘Gekregen toen ik naar Tilburg kwam. Er zit dus ook geen mooi verhaal aan. 4 is wel een verdedigernummer. Zeker als je kijkt naar grootheden zoals Bobby Orr. Nummer 9 was altijd mijn nummer. Dat heb ik in college gedragen en op andere plekken waar het kon. Maar ik vind 4 ook wel een fijn nummer om mee te spelen.’

Hoe is het met de enkel na de blessure die je opliep tijdens het WK?

‘Helemaal prima. Ik heb er totaal geen last meer van gehad. Het was mijn eerste serieuze blessure in Nederland. De timing was natuurlijk niet geweldig want mijn off-season verliep anders dan gepland.

Bijnaam in de kleedkamer?

‘Niet echt. Ik wordt altijd de ‘nep Nederlander’ genoemd en dergelijke. In Amerika was het vaak de afgekorte versie van mijn achternaam, Colly.’

Wat is je minst favoriete uitwedstrijd in de Oberliga?

‘Die is er gelukkig uit dit jaar. Timmendorf uit was echt vreselijk. Niet alleen vanwege de erbarmelijke ijsbaan, maar ook vanwege het team, de afstand en het feit dat je voor heel weinig toeschouwers speelt. Ik geloof dat iedereen er wel blij mee is dat ze zijn afgehaakt.’

Heb je broers of zussen?

‘Een broertje, 15 maanden jonger dan ik. Hij woont nu in Canada, gaat daar naar de universiteit en heeft daar leventje opgebouwd. In zijn jeugdjaren heeft hij wel gesport, maar hij was meer de muzikant binnen het gezin. Ik spreek hem af en toe via Skype of stuur hem bericht via Facebook. Voor ons is dat de laatste tien tot vijftien jaar redelijk normaal geworden. In tegenstelling tot de meeste mensen hier zien we elkaar niet wekelijks. Met mijn ouders is dat gelukkig anders. Ze wonen in Muiden, ongeveer vijf kwartier van Tilburg.

Hoeveel tattoos heb je?

‘Ik heb er eentje en daar blijft het bij. Ik ben niet van plan er meer te nemen. Deze heb ik samen met collegevrienden in Amerika gezet als herinnering aan een leuke ervaring samen.’

Heb je last van een ochtendhumeur?

‘Valt op zich mee. Ik ben niet gelijk happy en up and running wanneer de wekker gaat. Na een verfrissende douche ben ik fit en kan ik er wel tegenaan.’

Wat is de laatste film die je hebt gezien?

‘Prima timing, deze vraag. Ik ben zaterdag naar Bohemian Rhapsody in IMAX Pathe geweest. Een must see als je net als ik van de muziek uit de jaren ’70-’80 houdt. De hele band zijn echte legends. In de film hoor je dat ze een prijs gewonnen hebben voor beste band uit de jaren ’80. Als je bedenkt met welke andere artiesten ze moesten concurreren is dat wel indrukwekkend.’

Wat is je favoriete app?

‘Ondanks dat ik niet onwijs veel post, kies ik toch voor Instagram.’

Wat staat er bovenaan je bucketlist?

‘Ik heb geen concrete bucketlist. Wat ik wel zou willen doen is bungeejumpen, sky diven en bepaalde plekken zoals Machu Picchu (wereldberoemde verborgen Incastad in Peru) zien.’

Waar zou je liefst op vakantie gaan?

‘Toen ik jong was, ben ik ooit naar Noorwegen geweest. De schoonheid van de natuur (watervallen en bergen) en het land heb ik destijds niet ten volle beseft. Ik ben niet zoals Brock (Montgomery) die gaat hiken in de bergen. Brock is een echt natuurmens! Ik vind het wel lekker om voor een bepaalde periode aan de hectiek van de stad te ontsnappen en in een rustige omgeving te zijn. Om die reden ga ik zeker nog eens terug naar Noorwegen.’

Thee of koffie?

‘Allebei. Sinds ik bij HLB Matchers in Waalwijk werk in de ochtend koffie en na de middag thee.’

Favoriete serie?

‘Game of thrones. En als iemand nog een goede serie volgt, hou ik mezelf aanbevolen.’

Favoriete junkfood?

‘Patatje oorlog met ui zonder curry. Beneden de rivieren doen ze standaard curry op je patatje oorlog. Dat wist ik niet. Ik hou echt niet van curry dus voortaan zeg ik er maar bij ‘zonder curry alsjeblieft’.’

Favoriete atleet buiten het ijshockey?

‘Rafael Nadal. Ik heb zelf ook tennis gespeeld dus volg het vrij intensief. Nadal is fysiek en mentaal oersterk. Hij geeft nooit op en jaagt achter onmogelijke ballen aan en dat al jarenlang. Daar heb ik enorme bewondering voor.’

Hoe zou de titel van je biografie luiden?

‘Blessed’

Slechtste dat je ooit tegen een coach of scheidsrechter hebt gezegd?

‘Waarschijnlijk een vierletterig woord dat begint met een ‘f’ en eindigt op een ‘k’. Verder geen hele vreselijke zaken want het is en blijft een sport. Zo serieus moet je het ook weer niet nemen.’

Josh Mizerek was de vorige die 24 vragen beantwoord heeft. Hij vroeg zich af waarom je naar Nederland bent terug gekomen en niet voor langer verblijf in Canada gekozen hebt?

‘In Amerika is het gebruikelijk dat je studie en school combineert. Op een bepaald moment was ik klaar met school en stelde ik mezelf de vraag ‘wil ik verder in mijn sport of via mijn studie een maatschappelijke carriere starten?’ Ik wilde doorgaan met ijshockey en dan zijn er in Europa meer mogelijkheden. Hier viel ik met mijn neus in de boter want Trappers maakte net de overstap naar de Oberliga en ik bezat nog een Nederlands paspoort waardoor ik niet als import gold. Tot op de dag van vandaag een schot in de roos want ik heb drie kampioenschappen meegemaakt, veel nieuwe vrienden leren kennen en ook buiten het ijshockey veel leuke dingen kunnen doen.

Wie is de volgende speler, coach of begeleider die we volgende week 24 vragen moeten voorleggen?

‘Doe Max Hermens maar.’

Welke vraag wil je aan Max stellen?

‘Waar hij Nederlands heeft leren spreken. Ik hoor af en toe zinnen van hem waarvan ik als Nederlands-Canadees zeker weet dat het geen goed Nederlands is.’