Captain Ivy van den Heuvel
Foto Arie Leeuwesteijn
Ivy van den Heuvel: ‘Bowlesy moest de beker van mij krijgen.’
Het winnen van een prijs lijkt voor Ivy van den Heuvel niet bijzonder. In zeven seizoenen Tilburg Trappers pakte hij in elke ijshockeyjaargang zilverwerk. Na de Oberliga titel in Deggendorf staat de teller op elf kampioenschappen, bekers of (Ron Berteling)schalen.
Een ‘C’ op zijn borst maakt van een ijshockeyer vanzelfsprekend nog geen aanvoerder. Ware leiders staan op wanneer hun team in zwaar weer belandt. Captain zijn heeft te maken met persoonlijkheid, karakter, overwicht, intelligentie, voorbeeldgedrag en niet in de laatste plaats verantwoordelijkheidsgevoel. Niet denken aan jezelf, maar aan het collectief. ‘Van kinds af aan zit Trappers in mijn hart. Ik ben dan ook zeer vereerd dat ik tot captain benoemd ben bij de mooiste en grootste club van Nederland’, reageerde Van den Heuvel eind augustus vol trots toen hij verkozen werd tot aanvoerder. Een kleine acht maanden later hield hij als leider van de ploeg van coach Bo Subr de beker boven zijn hoofd in Deggendorf.
ANDERE IDENTITEIT
Eén specifiek moment tijdens het seizoen waarop de glorieuze zegetocht van de geelblauwe brigade naar het derde Oberliga kampioenschap op rij begon was er volgens Ivy niet. ‘Na een onnodige nederlaag in Hannover (3-2) in onze openingswedstrijd wonnen we er zestien op een rij. Tijdens zo’n reeks van overwinningen vraag je jezelf meerdere keren af wanneer er een einde aan de streak zou komen, maar we bleven maar rollen.’
Verbaasd was Van den Heuvel niet, verrast wel. ‘Het verleden heeft ons geleerd dat wanneer het écht nodig was we er altijd wel stonden. In de zomer namen echter 5, 6 gevestigde namen afscheid waardoor het team een gedaanteverwisseling onderging. Het is altijd maar de vraag of de nieuwe identiteit ons wederom de Oberliga titel zou brengen. Als je dan ziet hoe de ploeg gegroeid is. Iedereen van wie je verwachtte dat ze een stap zouden maken, heeft die ook gemaakt. Daarom ben ik ook enorm trots op het team.’
PARKER BOWLES
De winnende goal van Ryan Collier beleefde Van den Heuvel vanaf de spelersbank. ‘Mickey (Bastings) en ik zaten naast elkaar. Ik zag dat Ryan de pass kreeg van Nardo (Nagtzaam). De linkerbovenhoek was open en daar schoot hij de puck precies binnen. Dan staat je wereld echt even stil. Met eerdere kampioenschappen heb ik dat nooit zo beleefd. Je weet niet wat je moet doen, hoe je moet reageren. Het is in één keer klaar! Dat is wel heel apart…echt heel apart.’
Na het euforische gevoel van de derde Oberliga titel op rij kwam het besef snel terug bij de energieke winger. ‘Vooraf was ik al overtuigd wie ik de beker zou geven. Bowlesy moest hem krijgen.’ Zo gleed de bokaal als vanzelf in de handen van de 23-jarige Canadees uit Kelowna. ‘Allereerst omdat het zijn eerste kampioenschap was. Het hele seizoen was hij ongelofelijk belangrijk voor ons. Vanwege een blessure ontbrak hij dan op het moment suprême. Dat is heel zwaar. Maar als je ziet hoe professioneel hij zich gedragen heeft, het team steunde, in Deggendorf in de spelersbank zat. Dat zegt alles over zijn karakter.’
INTIEM
Na de finalewinst in 2016 (EHC Bayreuth), 2017 (Bad Tölz) pakten de manschappen van coach Subr nu hun eerste titel on the road. ‘Dat was een heel bijzondere ervaring. In vergelijking met kampioen worden in eigen huis ben je nu heel intiem met elkaar in de kleedkamer en in de bus terug. De busreis terug was erg gezellig.’
Hoewel je kampioenschappen nooit met elkaar kunt en mag vergelijken, blijft de eerste Oberliga Meisterschaft voor Van den Heuvel de meest gedenkwaardige van de drie titels. ‘Aan dat kampioenschap zat zo’n speciale emotionele lading met al die mensen (Petra Aarts, de vrouw van Peter van Biezen, Priscilla en Guus (Bakker) die ziek werden. Nog altijd koester ik bijzondere gevoelens aan bepaalde momenten en muzieknummers. Ik denk nog heel vaak terug aan dat jaar.’