Interview met een apetrotse voorzitter
Ron van Gestel: ‘We willen de DEL2 in’
Acht jaar geleden zei hij nog nee, maar twaalf maanden later kroop het geelblauwe bloed zoals zo vaak waar het niet heen kan. Inmiddels is Ron van Gestel zeven jaar voorzitter van Tilburg Trappers. In die periode won de ploeg uit de Kruikenstad liefst elf prijzen en maakte men de overstap naar de Duitse Oberliga. Een gesprek over de voorbije ijshockeyjaargang, de toekomst van zijn club en het Nederlandse ijshockey.
Met ongeveer zesduizend actieve beoefenaars is ijshockey een kleine sport in Nederland. Tilburg is hierop een uitzondering. Trappers is een gevoel dat bindt: Tilburgers onder elkaar. De Kruikenstad ademt ijshockey. Als jochie zag Van Gestel in de jaren zestig illustere namen als Joe Simons en John MacDonald in actie op het bevroren water. ‘Ik was vier jaar oud toen mijn ouders me voor het eerst meenamen naar de Pellikaanhal. Sinds dat moment ben ik besmet met het ijshockeyvirus. IJshockey in het algemeen en Trappers in het bijzonder heeft mij als mens veel gebracht.’
TRAPPERS LEEFT
Nostalgisch is de Trappers preses niet. Liever kijkt hij vooruit. ‘Een buitenstaander in onze provincie buiten Tilburg begrijpt niet waarom ijshockey hier zo diepgeworteld zit. Dit is vooral te danken aan de 70’er jaren. Veel supporters die nu nog steeds op de tribune zitten, hebben deze tijd heel bewust meegemaakt. Toen ik aan dit karwei begon, heb ik gezegd dat we een cultuuromslag moesten maken. We wilden een nieuwe groep mensen enthousiast maken voor ijshockey. Dat lijkt gelukt. Het voelt nu echt dat er een nieuwe generatie komt die de Oberliga jaren gericht hebben meegemaakt. Daar kan de club jaren mee vooruit.’
Tilburg Trappers is van oktober 1938. Komend seizoen viert men het 80-jarig bestaan. ‘Dit willen we niet ongemerkt voorbij laten gaan. Achter de schermen is Ruud van Baast met zijn team vanuit onze afdeling Media en Communicatie al volop bezig allerlei ideeën handen en voeten te geven. We willen een naslagwerk maken als aanvulling op het jubileumboek (75 jaar IJshockey in Tilburg). Naast een korte terugblik op de voorafgaande driekwart eeuw worden hierin vooral de laatste vijf jaar uitgelicht. Verder wordt er een speciaal logo ontworpen voor het 80-jarig bestaan en mogelijk komt er een jubileumwedstrijd.’
De enorme populariteit van de kampioenen bleek wel tijdens de huldiging in het centrum van de stad. ‘Maar niet alleen daar’, haalt de voorzitter een persoonlijke anekdote op. ‘Mijn zwager woont in Tilburg-Noord. Laatst zei hij tegen me: ‘Ron, je hebt niet in de gaten hoeveel er over Trappers gesproken wordt. Als ik bij de bakker sta, hebben mensen het gewoon over ijshockey.’
ZILVEREN LEGPENNING
Tijdens de viering op de Paleisring ontving Ron de zilveren legpenning van de stad Tilburg. De onderscheiding gaat naar personen en instellingen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de stad. ‘Die erkenning doet me veel. Na de huldiging zijn we met een select gezelschap naar café Brandpunt gegaan. Een vriend van mij heeft daar gespeecht. Na zijn toespraak heb ik uitgelegd dat ik het altijd heel leuk gevonden heb zaken te organiseren voor mensen die het eigenlijk niet of heel moeilijk kunnen betalen. IJshockey is daar misschien niet het beste voorbeeld van, maar ijshockey is mijn eerste liefde. Alle andere dingen die ik gedaan heb, passen hier naadloos in. Zeven jaar lang ben ik voorzitter geweest van Tilburg Hap Stap. Wat me hierin aansprak was dat mensen een hele leuke middag of avond kunnen hebben voor een paar euro en ook nog eens lekker kunnen eten en drinken. Het Festival van het Levenslied doe ik al ruim 15 jaar. Een gratis muziekfeest waar een pilsje € 2,50 kost en dat vinden ze dan te duur. Dan zie ik mensen drie uur voor aanvang aankomen met een klapstoeltje en hun eigen bier. Dat schuiven ze dan onder het podium. Daar kan ik echt van genieten.’
Waar volgens Ron praktisch iedereen al wist dat hij de onderscheiding ging krijgen, viel bij de Trappers voorzitter zelf pas het spreekwoordelijke kwartje toen locoburgemeester Hans Kokke het woord nam. ‘Een uur voor de huldiging appte mijn oudste dochter met de vraag of ze een nette broek aan moest. Normaal is ze van een petje en sneakers dus dat vond ik wel apart. Toen we met de bus arriveerden stond ze op het podium. Ook iets wat ze nooit zou doen, maar ik vond het hartstikke leuk. Pas toen men met een bos bloemen het podium opkwam, begon er een belletje te rinkelen want wat moeten ijshockeyers nu met een boeket bloemen? Dat het de zilveren legpenning werd, was wel een enorme verrassing en een grote eer.’
UITBREIDING STAPPEGOOR
Bij zijn aantreden in juli 2011 wenste Ron dat ‘een wedstrijd van Trappers bezoeken als een avond uit zou voelen. Vanaf het moment dat je de ijsbaan binnenloopt, moet je een gevoel van gastvrijheid ervaren. Ook daarin moet je met de tijd meegaan. Wat tien jaar geleden goed was, hoeft nu niet meer goed te zijn.’
De plannen voor de verbouwing van het bijna twintig jaar oude IJssportcentrum Stappegoor liggen er. ‘We zijn echter afhankelijk van de gemeente en de aannemers waarmee zij zaken doen. De prijzen om op korte termijn te verbouwen waren veel te hoog. Gezamenlijk hebben we besloten dit het komend seizoen in alle rust verder uit te werken zodat we na de volgende ijshockeyjaargang de verbouwing kunnen opstarten. Gelukkig kunnen we de 380 staanplaatsen aan de boading nog steeds verkopen wat een eerste begin is.’
TWEE DELEN
De metamorfose van de thuishaven van Trappers valt in twee delen uiteen: een relatief kleine aanpassing waarbij de tribunes worden doorgetrokken tot aan het glas. Deze verbouwing zou voor de start van het nieuwe seizoen afgerond moeten zijn. Gevolgd door de bouw van een tribune achter het doel waar ongeveer duizend mensen een plaats moeten krijgen. ‘De horeca die nu daar gevestigd is, verhuist in dat geval naar de zijkant’, licht Ron de plannen toe.
In stilte droomt Van Gestel van een extra (30 bij 45 meter) ijshockeybaan in de Ireen Wüst waar de curling en kunstrijders heen kan en waar de Tilburgse jeugd kan trainen. ‘Dan kunnen we onze jeugdafdeling verder laten groeien en de kwaliteit naar een hoger plan tillen door te werken met professionele trainers. Nog altijd drijven we op heel veel vrijwilligers, maar de combinatie wordt steeds professioneler. Vanuit stichting TOP IJshockey Tilburg Trappers investeren we hier fors in. Tevens zouden we graag meer kantoor-, vergader- en kleedruimten willen. Nu huren we een locatie aan de overkant en IJshockey Nederland zit in een kantoorruimte in het zwembad. Dat willen we dolgraag bundelen.’
Niet alleen is de uitbreiding van het stadion gewenst, maar zeker ook noodzakelijk. Met ruim 74.000 toeschouwers in 31 thuisduels (gemiddeld bijna 2.400) loopt Tilburg tegen zijn eigen grenzen aan. ‘Meer stadioncapaciteit geeft ook meer financiële armslag. Bij promotie naar de DEL2 moeten we onze spelers ook meer balans kunnen geven tussen ijshockey en werk of studie. In tegenstelling tot de Oberliga kent men geen splitsing in Noord en Zuid. Sterker nog, de helft van de veertien teams zijn in het zuiden van Duitsland gestationeerd. Dat betekent meer reizen voor onze jongens en dus ook meer vrij nemen bij hun werkgever. Alles bij elkaar een hoop geregel.’
HOGEROP
DEL2…het hoge woord is gevallen. De dag na het binnenhalen van het derde opeenvolgende Oberliga Meisterschaft sprak Ron in Hannover met vertegenwoordigers van alle teams uit de Oberliga Nord. ‘Ze waren unaniem in hun oordeel. Alles in Tilburg is fantastisch! De organisatie, het stadion, de club, het team, het spel. Jullie horen echt een niveau hoger thuis. We wíllen ook de DEL2 in! Daarom hebben we een petitie opgesteld. Alle Oberliga Nord clubs hebben aangegeven dit verzoekschrift te willen onderteken. Binnen de Oberliga Süd moeten we nog lobbyen voor steun. Deze willen we vervolgens aanbieden aan de DEL2-organisatie. Als onze tegenstanders dit aangeven, hoop ik dat men hiernaar wil luisteren.’
Daarnaast wil Tilburg invloed uitoefenen op de beleidsmakers van de clubs in de DEL2. Binnenkort mag men zichzelf presenteren tijdens een vergadering van de DEL2 verenigingen. ‘Zij beslissen uiteindelijk over onze entree in hun competitie. Hiervoor dienen de statuten gewijzigd te worden want daarin is nu opgenomen dat er geen buitenlandse teams mee mogen doen aan de DEL2. Het liefst maak ik de afspraak dat we mogen promoveren. Dan hebben we de tijd om alles goed voor te bereiden, maar we kunnen snel schakelen. In ijshockeyland kan het ineens heel hard gaan. Wanneer het snel moet, kunnen we ook snel. Er moet nog wel een en ander gebeuren, maar twee seizoenen geleden werd we al gepolst. Destijds was onze organisatie er veel minder klaar voor dan nu. We hebben vijf full-timers op kantoor die de dagelijkse beslommeringen voor hun rekening nemen. Daarin zijn we uniek.’ Ter vergelijking: Bij Deggendorfer SC, opponent van de ploeg van coach Bo Subr in de eindstrijd, is één persoon hiervoor verantwoordelijk.
Na de finalewinst in 2016 (EHC Bayreuth), 2017 (Bad Tölz) kraaide de geelblauwe brigade nu voor het eerst victorie buiten de stadsgrenzen. De lach op Ron’s gezicht vertelt zijn emotie al. ‘Dat was mooi…dat was heel mooi. We hebben een feestje gevierd, maar ingetogener dan we in Tilburg zouden hebben gedaan. De zondag was wat minder, maar de rest van het weekend was fantastisch.’
DRUKKE PERIODE
Voor de leiding van Trappers is de zomer de meest drukke periode van het jaar. ‘Maar tevens ook de meest leuke’, vult Ron direct aan. ‘Nu zijn we echt aan het besturen. Zodra het seizoen loopt, regelen we vooral de wedstrijden. Met vijf full-timers loopt dat op rolletjes. Nu gaat er veel tijd in de verbouwing van het stadion, DEL2 en contractbesprekingen zitten.’
Zo kort na de ijshockeyjaargang 2017-2018 is er nog weinig duidelijkheid over het team. Wie blijft er en wie kiest er voor een avontuur elders? ‘Ik ben daar heel simpel in. Wanneer een speler naar een hoger niveau kan en wil, moet hij dat ook altijd doen. Iedere ijshockeyer hoort te spelen op het hoogste niveau wat hij zelf wil en aankan. Wel vind ik het zonde wanneer een speler ons verruilt voor een andere club op hetzelfde niveau op een slecht team op een hoger niveau. De jongens weten wat ze hier hebben. Ik denk dat we netjes betalen en daaromheen is alles goed geregeld. Dat is, in mijn ogen, minstens zo belangrijk. Geld is maar één factor van een overeenkomst die je maakt met een speler.’
De Tilburgse preses vervolgt: ‘De komende tijd ga ik met iedereen 10-minuten gesprekken voeren om te evalueren en te horen wat ze er zelf van vinden. In dat onderhoud licht ik kort onze plannen en ideeën toe. Prioriteit nummer één was de coaching staf. Daarin zijn we zoals bekend geslaagd. De tandem Bo (Subr) en Josh (Mizerek) bevalt ons namelijk heel goed. Daarnaast zijn we op zoek naar goede jeugdtrainers die we gaan koppelen aan Bo en Josh zodat we door heel de vereniging heen min of meer hetzelfde spelsysteem hanteren en we meer synergie tussen jeugd en top creëren. Afgelopen jaar hebben we met Wouter Sars, Floris van Elten en Tijn Jacobs al een eerste stap hierin gezet. Een geweldige ontwikkeling waarvan ik volop geniet. Zeker als je ziet dat twee van de drie youngsters in de Oberliga finale op het ijs komen. Dat zijn jongens van 17-18 jaar die een Oberliga finale hebben gespeeld. Hoe mooi is dat en hoe trots kunnen je daarop zijn?’
HOOFDSPONSOR(EN)
Het afgelopen seizoen kende Tilburg Trappers drie hoofdsponsoren Of dit komend jaar weer het geval is, weet Van Gestel nog niet. ‘Met alle drie partijen blikken we terug. Iedereen kan aangeven wat er goed ging en waar er nog ruimte voor verbetering is. Daarna starten we de gesprekken voor komend seizoen.’
Opvallend is dat iedere partij zijn eigen motivatie had om hoofdsponsor te worden. ‘In 2016 stapte Van Esch Verf in met een business partner pakket. Ze nodigen klanten uit op de zaak, leiden ze rond, eten een hapje en komen tot slot naar de wedstrijd. Dit levert heel veel positieve reacties op want men ervaart een heel andere beleving dan bijvoorbeeld bij een voetbalduel. Het enthousiasme bleek wel tijdens de play-offs toen men hun bedrijfsbusjes en de legguards van Ian (Meierdres) en Ruud (Leeuwesteijn) liet bestickeren.’
Versteijnen Logistics daarentegen koos voor een hele andere insteek weet Ron. ‘Ook zij namen klanten mee maar zij wilden vooral hoofdsponsor worden voor hun werknemers. Op die manier toonden zij aan hun medewerkers hoe trots men is een prominente Tilburgse sportploeg te steunen. Personeel zit soms gewoon op de tribune maar daarnaast mogen ze af en toe ook de VIP-ruimte mee in zodat ze echt gewaardeerd worden voor hun inzet.’
Hoofdsponsor nummer 3, Tricorp Workwear, is een bijzonder verhaal. ‘Eigenaar Gertjan (van Eck) heeft ons met DESTIL natuurlijk al 18 jaar op allerlei gebieden ondersteund. Wat hij voor het ijshockey in het algemeen en Trappers in het bijzonder betekend heeft, is uniek. Dergelijke mensen kom je maar hoogstzelden tegen’, aldus de Tilburgse voorzitter. ‘En alles vanuit passie en liefde voor de sport en de club. Het gaat niet alleen om geld, maar veel meer om betrokkenheid.’
TROTS
Vier dagen na het veroveren van de derde Oberliga titel op rij vierde Ron zijn vierenvijftigste verjaardag. Toch is het vaderlandse ijshockey nog niet van hem af. ‘Als ik alles op een rij zet wat hier de afgelopen jaren, weken, maanden en dagen gebeurd is dan zit hier een apetrotse voorzitter. Natuurlijk is er nog ruimte voor verbetering, maar als je ziet hoeveel mensen hier genieten van het spelletje en de club, de hoeveelheid schouderklopjes en waardering die je krijgt dan doet mij dat enorm goed.
‘Voor mij is de verbouwing van het IJssportcentrum nu belangrijk. Dat zou ik graag willen afronden. Verder wil ik nog graag een of twee personen op kantoor erbij zodat we een echte full-prof organisatie hebben. Dan kan het bestuur een stapje terug doen en over de schouder meekijken hoe anderen het beleid mee uitvoeren.’
Dromend over de toekomst van de snelste teamsport in Nederland zou Van Gestel graag zien dat andere clubs, net als Tilburg, meer investeren in de jeugdopleiding. ‘Samen moeten we Regionale Opleidings Centra (RTC’s) opzetten waardoor meer jeugd de weg naar de ijsbanen vindt. Als we elkaar daarin weten te vinden, moeten we binnen tien jaar naar de top-16 van de wereld kunnen. Dat is een droom die te verwezenlijken is. Daar ben ik van overtuigd, maar daar hebben we echt iedereen voor nodig. Zoiets dergelijks kun je als Trappers niet alleen!’