The Voice of Trappers
Ralph de Kort
‘Goedenavond dames en heren, jongens en meisjes, welkom in de ijshockeyhoofdstad van Nederland, België en Duitsland.’ Het moet het hondstrouwe Trappers legioen als muziek in de oren klinken. De stem van stadionspeaker Ralph de Kort. Sinds vorig jaar december ‘the Voice of Trappers’.
Als klein jochie voetbalde Ralph op veldjes en pleintjes in Lage Mierde. Tot hij in 2012 bij toeval het Tilburgs ijshockeybolwerk binnenrolde, was hij niet of nauwelijks bekend met het spelletje. ‘Trappers was op zoek naar een nieuwe vervoerspartner. Via mijn dorpsgenoot en fervent ijshockeyliefhebber Jory van de Voort kwamen we in contact met Ron van Gestel. Na een paar goede gesprekken was de deal snel beklonken.’ Sinds dat moment werd De Kort gegrepen door de snelheid, het fysiek contact en de kracht die in ijshockey opgesloten zit. ‘Ik vrees dat de liefde ook niet meer over zal gaan.’
OPLETTEN
Dit seizoen kwam daar het verzorgen van de verbale omlijsting bij thuisduels in IJssportcentrum Stappegoor bij. Geen alledaagse combinatie voor de Mierdenaar, die in het dagelijks leven Quality Manager Flixbus en Driver Support bij Stafcars in het Belgische Lommel is. ‘Met een biertje op heb ik eens tegen Sven (Brok) gezegd dat de stadionspeaker in samenwerking met de mensen van de radiokamer en het sfeervak voor meer ambiance diende te zorgen. En ik voegde eraan toe dat hij me hiervoor altijd mocht bellen. Nooit verwacht dat hij dat enkele weken ook echt zou doen.’
Een opleiding voor stadionspeaker bestaat er niet. Hoewel het een vrijwillige functie is, neemt Ralph zijn taak wel serieus. ‘Zo vind ik bijvoorbeeld dat ik de namen van de spelers correct hoor uit te spreken. Gelukkig heb ik een goed gevoel voor taal want ik zie de opstellingen vaak pas een half uur voor het begin van de wedstrijd.’
Ondanks zijn degelijke aanpak is en blijft het opletten wat je zegt. Ook De Kort heeft wel eens een foutje gemaakt. ‘Er was een wedstrijd, geen idee meer tegen wie of wanneer. Ik riep om dat het een doelpunt van Kevin Bruijsten was, terwijl het toch echt zijn broer Mitch was die de puck het laatste zetje had gegeven. Je moet dus honderd procent gefocust zijn.’
WELKOM
De toon van zijn omroepteksten mag enthousiast zijn, maar opzwepend een beslissing van het arbitrale trio ter discussie stellen, past volgens hem niet. ‘Trappers staat voor een zekere klasse en professionaliteit. Volstrekt neutraal zijn kan ook niet. Als ik de starting-six opnoem of een doelpunt omroep, zet ik dat wel groots aan. Ik hoor terug dat mensen dat leuk vinden.’
Voor elke ontmoeting heet Ralph ook de bezoekende supporters van harte welkom in de Kruikenstad. Ook als die tegenstander soms minder geliefd is. ‘Dat een enkeling dan fluit, neem ik voor lief. Ik ben Trapperfan, maar ik ben ook gastheer. Zo vraag ik na afloop ook altijd om een welgemeend sportief Tilburgs applaus voor onze opponent. Ik vind het prachtig om te zien dat men massaal de handen op elkaar brengt.’
BITTE…DANKE
In samenspraak met de club en de supporters bedacht hij gaandeweg de ijshockeyjaargang nieuwe interactieve elementen in zijn omroeproutine. Zo roept hij de ijshockeyers van de drievoudig Oberliga Meister alleen om met hun voornaam, zodat het publiek de achternaam kan scanderen. En als Ralph na een goal de tussenstand doorgeeft, vult het publiek aan: ‘Tilburg Trappers? Eén! Hamburg Crocodilles? Nul! ‘Die interactie, dat vind ik heel gaaf’, zegt hij trots. ‘Al kan het natuurlijk altijd groter en beter. Ik denk nog na over een Nederlandstalig alternatief voor het ‘Bitte…Danke’ na een goal.
Sinds De Kort begon bij Tilburg let hij nadrukkelijk op hoe zijn collega-omroepers het bij andere clubs doen. ‘De aanpak van de speaker bij Saale Bulls Halle is me wel bijgebleven. Die man maakte er een hele show van. Het had veel weg van grunten, zoals we dat kennen uit de metal muziek. Of zijn boodschap duidelijk overkwam, weet ik niet, maar het publiek ging helemaal los.’
HERNIA
Waar de manschappen van coach Bo Subr in de eerste drie Oberliga seizoenen redelijk gevrijwaard bleven van (zware) blessures was dat afgelopen jaar wel anders. In totaal miste de geelblauwe brigade 176 wedstrijden tijdens het reguliere deel van de competitie. Tijdens de play-offs werden hier nog eens 28 duels aan toegevoegd.
Ook Ralph kreeg tijdens de postseason te maken met fysiek malheur. Een lage hernia hield hem tijdens de finaleserie tegen EV Landshut aan het bed en de bank gekluisterd. ‘Gedurende de vijfde ontmoeting met Herne had ik al last, maar de pijn werd in plaats van minder alleen maar heviger. Gelukkig was er Sprade TV en heb ik de eindstrijd op die manier kunnen volgen. Ondanks zware pijnstillers en veel rust waren de klachten pas na vier weken verdwenen.’