Terug naar Berichten

TRAPPERS EINDIGT OBERLIGA NORD MET ZILVERWAAR EN ZUUR RANDJE

In eigen huis verloor Trappers de vierenveertigste en laatste speelronde van de reguliere competitie. Tegen Essen ging het mis. In Tilburg werd het 4-5.

Door Arthur Ottenhof

Voorafgaand werd duidelijk dat de zilveren beker uitgereikt zou worden na de laatste buzzer. Vlak daarvoor werd het nog even spannend, maar echt resultaat zat er de hele avond eigenlijk al niet meer in. De ogen waren stiekem al op de playoffs gericht. Daarbij was de titel al een kleine twee weken oud. Dat zag een bomvolle ijshal terug in het spel van de thuisploeg. De echte wil ontbrak.

Gio Vogelaar was er als de kippen bij om toe te geven dat dit niet het Trappers was dat de titel had binnengesleept. Tegelijkertijd zei hij dat er straks in de playoffs zeker een andere ploeg het ijs op zal treden.

Het zijn de bekende factoren die in elke sport huist: motivatie en de echte wil om te winnen. Vaak genoeg had Trappers een flinke dosis van deze combinatie. Dan is het niet meer dan menselijk wanneer de boog eens niet gespannen staat. Bovendien was Essen een goede sparringspartner in aanloop naar die felbegeerde playoffs. Het is nog afwachten wie de eerstvolgende tegenstander wordt. Wel is duidelijk dat de achtste finale een best-of-five serie is. Daarna volgen louter best-of-sevens.

‘We moeten gewoon de koppen dezelfde richting opsteken. Want we weten wat we kunnen’, sprak Vogelaar zich uit.

Het belooft een moordend schema te worden, met veel wedstrijden achter elkaar. Daarin heeft Trappers eerst de rust in de benen nodig, totdat het weer op het juiste moment boven zichzelf uit kan stijgen.

Daar heeft het hun smaakmaker Phil Marinaccio hard voor nodig. De Canadees verliet met veel pijn het ijs en kon vrijwel niet meer op zijn benen staan. Even later nam een strompelende Marinaccio tóch zijn medaille in ontvangst. Volgens zijn teamgenoten zat de schrik er flink in, maar bleek het achteraf goed mee te vallen. ‘Hij loopt niet op krukken en hij heeft nu geen pijn meer, dus dat is een goed teken’, zei Vogelaar tot slot.

De ploeg maakt zich vanaf nu klaar voor datgene waar de fans al een heel seizoen reikhalzend naar uitkijken: de absolute apotheose van het ijshockeyseizoen.